“Station Diemen Zuid, ik herhaal, station Diemen Zuid.” Met een zucht stap ik de trein uit en sjok ik het perron af. Bijna thuis. Ik haal wat te eten bij mijn beste vriend Appie en plof vervolgens neer op mijn witte, zachte bank. Ah, fijn. Ik nestel me in mijn zee aan kussens en pak mijn telefoon erbij. Nu eerst even kijken op Snapchat.
Binnen no-time schieten de vreemdste dingen over mijn gezicht. Ik heb een kreeft op mijn hoofd, kots een regenboog uit of ben eventjes een echte eenhoorn. Ik laat mijn hoofd ontploffen, zie mezelf in een stier veranderen en als klap op de vuurpijl begeef ik me in zonnig Hawaï. En het geluk kan niet op, want elke dag verschijnen er nieuwe filters in mijn Snapchat. Het leven was nog nooit zo leuk.
Nu ben ik dus voor het eerst verslaafd. Ik ben geen alcoholist, ik rook niet en ik doe niet aan drugs. Zelfs koffie gaat er niet in bij mij. Alles ging helemaal prima. Tot die ene dag op stage.
Ineens trok een collega haar wenkbrauwen op, terwijl ze in haar telefoon staarde. Vervolgens deed ze haar mond open en keek ze een beetje moeilijk in de lens. “Ehh, want ben je aan het doen?” vroeg mijn andere collega. “Snapchat filters! Dat is echt zo leuk!” Binnen een paar tellen trok iedereen zijn smartphone uit zijn broekzak en keek vreemd in zijn lens. “Wacht, wacht, ik weet niet hoe filters werken. Hoe doen jullie dat?” vroeg ik. “Nou gewoon, door met je vinger je hoofd aan te raken op de selfie stand.”
Vijf minuten later was ik compleet verpest.
Ik heb ooit iets geleerd over verslavingen: dat je het altijd eerst moet toegeven. Dus bij deze, lieve lezers.
“Dag ik ben Elfi”
“Hallo Elfi!”
“En ik ben verslaafd aan Snapchatfilters.”
Help.
Heel veel liefs,
Elfi(Selfie)