Ik, Elfi Voorhuis, heb nog nooit getinderd.
Het zit zo: ik ben al drie (en een half!) jaar samen met mijn vriend Léon. En ja, in die goeie ouwe tijd had je nog geen online dating. Laat staan zo’n futuristische app als Tinder. Wij hebben elkaar gewoon ontmoet via vrienden en daarna voegden we elkaar toe op Hyves. Want zo ging dat, in de prehistorie. Ik heb dan ook nog nooit getinderd. Gewoon, omdat ik niet op de markt ben geweest in deze supersonische tijd.
Dat wil niet zeggen dat ik niet nieuwsgierig naar het Tinderfenomeen. Ik weet dat de hype nu een beetje voorbij is, maar ik hoor nog steeds iedereen over het swipen, de vleeskeuring en dat het uiteindelijk alleen maar om de seks draait. Ik weet van niks. En dat frustreerde me stiekem een beetje.
Mijn vriendin, Danique, zit wel op Tinder. Gister zat ik met haar te lunchen, in een café in Doetinchem. Terwijl we moesten constateren dat er een haartje in haar broodje (net als de terrasmeisjes!) zat, keek ze even naar haar telefoon. Het miraculeuze moment was daar: ze had een nieuwe Tindermatch.
‘Geef hier Danique!’ riep ik hysterisch, ‘Laat mij het woord maar doen!’ Natuurlijk gaf ze haar telefoon niet af, want ze kent me langer dan vandaag. Ik zou er natuurlijk alles aan doen om meteen iets ongemakkelijks te typen en haar hele match over hoop te gooien, dus ze hield hem verstandig op afstand. ‘Ah, Daan, kom op. Ik wil ook een keertje Tinderen. Ik wil swipen, Daan, toe nou.’
‘Het is echt niet zo leuk als je denkt.’ zei ze ‘Eigenlijk word ik gewoon levensmoe van dat hele Tinder. Zijn er dan nergens leuke mannen?’
Levensmoe? Hoezo levensmoe? In mijn hoofd was er een wereld aan leuke mannen op Tinder. Tenminste, zo doet iedereen het bij mij voor. Als één groot feest.
‘Geef hier dan. Laat mij even voor je swipen.’ Ze zuchtte en dacht even na. ‘Prima. Maar ik swipe, jij kan dat niet aan.’
Zo gezegd, zo gedaan. Elke jongen werd tot in detail besproken, tot frustratie van Danique. ‘Je denkt er te lang over na. Je moet gewoon constant blijven swipen. Afgaan op je eerste indruk.’ Maar daar was ik te oud voor. Ik kan helemaal niet vleeskeuren, zo ben ik niet ingesteld. Ik wil over alles nadenken. Dat snelle denken kan mijn brein helemaal niet.
Tenminste, dat dacht ik, want een uur later zat ik ongegeneerd jongens weg te swipen. ‘Nee. Nee. Hij heeft een baard.. Ja. Nee. Nee. Nee! Zeker 100% nee!’
Een paar matches later snapte ik waar ze het over had. Er zaten helemaal niet zoveel leuke mannen op Tinder. Het was zelfs een beetje troosteloos. Jongens met spiegelselfies op hun badkamer, met hun klassenfoto’s van de middelbare school of een beschrijving vol spelfouten. Ik weet niet wat er met deze mannen aan de hand is, maar volgens mij moet minstens de helft van Nederland op Tinder les. Goede selfies leren maken, vooral.
‘Weet je wat ik me nou afvraag’ zei Danique, ‘Wat voor meisjes er eigenlijk op Tinder zitten.’ Even dacht ik na. Volgens mij zitten er heel veel leuke meisjes op Tinder. Meisjes weten nou eenmaal hoe zoiets werkt. We zijn slinks, we kennen de beste selfietrucs. We kunnen onszelf voordoen als Doutzen Kroes, terwijl we stiekem moeite hebben om de knopen van onze skinny jeans dicht te krijgen.
Ineens kreeg ik een briljant idee. ‘Weet je wat we kunnen doen? We vragen Leon zo of hij Tinder aan wil maken. Dan mag ik dat ook. En dan Tinderen we samen een halfuur en dan moeten we beiden alles weer verwijderen. Onder jou supervisie.’
Danique was razend enthousiast. Natuurlijk, want ze is net zo nieuwsgierig als ondergetekende. Leon was echter minder enthousiast.
‘Nee. Meisjes hebben het veel makkelijker op Tinder. Jongens vinden jullie al leuk als jullie ademen. Meisjes zijn veel kieskeuriger, die swipen nooit naar rechts. Daarnaast, ik heb geen goede Tinderfoto’s.’
Samen protesteerden we en verzekerden we hem dat zijn foto’s prima waren voor Tinder, maar er was geen beweging in te krijgen. ‘Goed. Dan niet. Mag ik dan wel even op Tinder?’
Daarover deed Leon niet moeilijk. Want Leon weet ook wel dat ik zo trouw ben als een hond en gewoon erg nieuwsgierig.
Met Danique draaide ik binnen vijf minuten een profiel in elkaar. Met als profieltekst: ‘Ik zing en ik schrijf, want ik kan niet goed tegen stilte. Als je een kitten of puppy hebt vind ik je leuk.’
Hots. Klaar. Onze strategie was simpel: zoveel mogelijk naar rechts swipen. Behalve als het écht niet kon, bij de allergrootste griezels. Voor de niet-Tinderaars onder ons: rechts betekent dat je iemand leuk vindt, links betekent dat je iemand niet leuk vindt.
Een halfuur later had ik een groot assortiment aan matches. Allerlei soorten mannen passeerden mijn scherm: van korpsbal, tot aan een paar Duitsers, tot aan griezelige mannen die ik per ongeluk naar rechts had bewogen. Een aantal matches waren zo dapper om meteen een berichtje te sturen.
‘Hee! Ik vind je niet alleen leuk om je mooie uiterlijk, maar ik ben ook erg benieuwd naar je innerlijk!’
‘Hi Elfi! Ik ga nu een puppy kopen, goed?’
‘Hee :D’
Het beleid hiermee was als volgt. Zodra ze iets zeiden, moest ik ze ‘ontmatchen’. De arme mannen zagen me dan verdwijnen en konden me nooit meer vinden. Alhoewel ik dat betwijfel, met een naam als Elfi.
Twee mannen die eruit sprongen mocht ik zelf een berichtje sturen. Een Duitse jongen, met een hele hoge kuif, stuurde ik: ‘Süper tölle küïf’ Een jongen die met een enorme slang op de foto stond stuurde ik: ‘Wat heb jij een grote slang!’
Stiekem hoopte ik op een reactie waarmee het seksistische stigma van Tinder zou worden bevestigd. Zoiets als: ‘Ja, ik heb nog een andere grote slang, ha-ha. Wil je hem zien?’ Maar hij reageerde gewoon met: ‘Haha, goede openingszin. Hoe is het met jou?’
Inmiddels begon ik me wel een beetje schuldig te voelen. In mijn hoofd brak ik één voor één tientallen mannenharten. Het ergste was het volgende bericht, van een jongen met blonde krullen:
‘Ik heb een puppy die 11 jaar oud is. Is dat ook goed?’
Ik snuffelde tussen zijn foto’s en ineens zag ik een hele lieve, grijze, oude hond. Mijn telefoon glibberde bijna uit mijn handen.
Danique sprak me streng toe: ‘Je mag een jongen niet alleen leuk vinden om zijn dier Elfi. Ik heb daar een simpele vuistregel voor: je date niet met zijn hond, maar met hem. Denk de hond weg, Elfi.’
Maar het was al te laat. Ik was verliefd op het oude beest. Snel besloot ik dan ook afscheid te nemen van Tinder. Het was genoeg geweest. Ik wou geen hondenharten meer breken. Of mannenharten.
’s Avonds kroop ik tevreden in bed. Ik had de wereld van Tinder ontdekt, de markt verkend en ik was tot de simpele conclusie gekomen, dat het toch echt niet zo leuk is als het lijkt. Daarnaast, mijn ultieme Tinder match, die lag gewoon naast me. ‘Ik zou jou wel naar rechts swipen hoor, Leon.’ fluisterde ik. ‘Zou jij mij ook naar rechts swipen?’
Hij zuchtte diep. ‘Misschien. Als je een puppy hebt.’
PS: Sorry Tinder mannen, die hebben meegewerkt aan mijn experiment. Jullie zijn vast allemaal heel lief en leuk.
Heel veel liefs,
Elfi(Selfie)
Hahaha… in de goeie ouwe tijd had je zeker online dating. In ieder geval 3,5 jaar geleden ;). Ik ben deze zomer 13 jaar samen met manlief. En die heb ik dus via een dating site leren kennen.
Het was wel zoals jij omschrijft. Een vriendin was ingeschreven. Ik was niet op zoek, maar vond het wel erg interessant om te zien wat er nou aan profielen voorbij kwam. En toen kreeg ik een bericht van een interessante man. Ik ging dan voor het eerst daten (want als je niet op zoek bent, ga je zonder verwachtingen je date in). En tadaaa….. Deze zomer zijn we 9 jaar getrouwd.