Elfi Voorhuis

De gekkies van de weggeefhoek

Het was een paar dagen nadat mijn relatie op de klippen was gelopen. Ik had een fles wijn achter mijn kiezen en zat in een kroeg in Amsterdam. Ik wist niet precies waar ik was of wat ik precies aan het doen was – maar ik wist één ding heel zeker.

Er moest iets anders.

En het moest roze zijn.

De compromis

Tijdens mijn relatie kwam ik erachter dat samenwonen één grote compromis is. Dat is niet erg, maar het is wel zo. Jij belooft plechtig altijd de vaat te doen, maar dan moet hij wel stofzuigen. Jullie komen elkaar tegemoet zodat jullie allebei enigszins tevreden zijn. Tenminste, dat is het idee geloof ik.

Want toen mijn ex het huis verliet, kwam ik erachter dat ik verdomd weinig compromissen had gesloten op het gebied van de inrichting. Het huis voelde niet anders, of out of place. Het voelde meteen als mijn huis.

En dat was ook eigenlijk best logisch – immers, ik had een sterke mening over de inrichting van ons huis en mijn ex-vriend vond alles wel prima.

Op die keer dat ik een muur wou verven na, hadden we eigenlijk nooit discussie.

Die muur werd overigens gewoon geverfd.

Dus compromissen sluiten was wellicht ook niet mijn ding.

Retail therapy

Maar toch had ik het gevoel dat er iets anders moest.

Ik nam een shot tequila, gooide wat spullen in mijn virtuele winkelmandje en rekende af met mijn creditcard. Om de volgende ochtend met bonzende koppijn naar mijn mail te kijken en me te realiseren dat ik geen grapje had gemaakt.

Ik had een roze, fluwelen bank gekocht.

Ah fuck.

En een koperen bed.

Want dat kon er ook nog wel bij.

‘GRATIS AF TE HALEN’

Het nadeel van nieuwe meubels kopen voor een huis met meubels erin, is dat de oude meubels er weer uit moeten. En in plaats van de 10 weken levertijd van de roze bank (blijkbaar worden er weinig roze banken gemaakt) te benutten om mijn spullen verstandig te verkopen, stelde ik zoals gewoonlijk alles uit tot het laatste moment.

Waardoor ik eigenlijk niet echt een andere keuze had dan het maar gratis weg te geven. Immers, we zijn Nederlanders. En Nederlanders houden van gratis.

En dus meldde ik mij aan voor de Facebookgroep ‘Gratis ophalen in Utrecht en omgeving’, ook wel genoemd ‘De Utrechtse Weggeefhoek’. Het duurde niet lang totdat ik 3 gegadigden had verzameld.

Het matras

Diezelfde avond stond er een jong stel voor mijn deur.

‘Echt heel fijn dat we hem zo snel konden komen ophalen! We waren al bang dat we op een luchtbedje moesten slapen.’

‘Ah joh, geen probleem! Fijn dat jullie er blij mee zijn. Zijn jullie net verhuisd?’

Terwijl de man probeerde het matras in een onmogelijke hoek door mijn mini gang te persen, moest de vrouw een beetje giechelen.

‘Nee, we wonen er al een tijdje, maar mijn vriend heeft het matras van het balkon gegooid. Ha ha!’

In mijn hoofd ontstond kortsluiting. Want hoe besluit je in godsnaam een matras van het balkon te gooien? Ik kon geen logische verklaring verzinnen.

Hij pufte en gaf het matras een laatste zetje: ‘Ja, blijkbaar kunnen matrassen daar niet tegen.’

Uit onzekerheid besloot ik geen vragen te stellen en dus giechelde ik maar mee. En zoals altijd in dit soort situaties, kreeg ik vocabulaire diarree (goh, dat rijmt ook nog).

‘Ha ha! Ja, het was geen vliegend tapijt!’

Zij giechelden niet. Ik giechelde wel. En ik deed de deur maar snel weer dicht.

Het bed

De volgende ochtend belde er een vrouw aan, die voor de gelegenheid een Ford Ka had meegenomen. Want daar past een bed frame zo makkelijk in.

Ik besloot haar maar even te helpen – en dus stonden we samen buiten een soort 3D puzzel te maken.

‘Ja, mijn puberzoon wil niet meer in een eenpersoonsbed slapen. Ik vraag maar niet waarom.’

Terwijl ik probeerde de lattenbodem op haar dak te binden, besloot ik maar een beetje nietszeggend te reageren. Immers, ik had geleerd van de avond ervoor:

‘Och ja, pubers. Gedoe lijkt me dat.’

Zij slaakte een zucht: ‘En dan zal je zien hè – straks maakt ie er eentje zwanger. En dan zit ik ermee. Ik ga dat echt niet meer doen hoor, een kind grootbrengen.’

Ik begon me toch sterk af te vragen of het aan mij lag of aan de weggeefhoek.

‘Och ja, een baby. Gedoe. Nou, het gaat wel lukken zo toch? Veel succes ermee!’

De bank

Nog maar één keer en dan ben je ervan af, sprak ik mezelf toe terwijl ik naar de deur liep. Maar dit keer moest het wel goed gaan, want het waren een moeder en een dochter. En betrouwbaarder wordt het niet.

‘Normaal vind je alleen troep in de weggeefhoek, maar dit is best een mooie bank! Waarom wil je er eigenlijk vanaf?’, sprak de dochter, terwijl ze vast de kussens naar de auto bracht.

Het eerlijke antwoord was: ‘Omdat ik niet tegen tequila kan.’

Maar ik besloot te antwoorden met: ‘Goh ja, ik ben er gewoon een beetje overheen.’

Ze lachten. Ik lachte. Alles ging van een leien dakje.

Totdat de bank ineens klem zat tussen mijn voordeur en de gang. Het was alsof Tiny en Lau op huisbezoek waren.

‘Godverdomme Liza, jij altijd met je goede ideeën.’

‘Mam, je doet altijd zo negatief en dat vind ik echt niet leuk. Er is nog iemand bij hè. Ik schaam me echt dood voor je.’

Ik vroeg me af of ik kon verdwijnen in de muur. Lukte niet.

‘Je had verdomme papa moeten vragen of hij kwam helpen tillen.’

‘Mam, tyf lekker op, als jij drie stappen naar links zet met je dikke reet dan past ie er makkelijk door. Godver de godver.’

En ja. Toen moeders drie stappen opzij zette, paste de bank net de deur door.

Dag gekkies

Ik besloot mijn voordeur op slot te draaien en plofte vermoeid neer op mijn nieuwe roze, fluwelen bank.

Goh. Zit best wel lekker.

Waar een shotje tequila wel niet goed voor is.

Heel veel liefs,

Elfi(Selfie)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *