Storytime 9: Pongo’s Disneytrauma

Kennen jullie de 101 Dalmatiërs nog? Dit was (en is) mijn favoriete film ooit. Toen ik klein was keek ik deze film bijna dagelijks. Gewoon old school op videoband.

Langzaam werd ik verliefd op de honden en dan vooral op Pongo. Steeds vroeg ik aan mijn ouders of ik alsjeblieft een dalmatiër mocht, zodat ik hem Pongo kon noemen en voor altijd lief kon hebben. Maar dat mocht niet, want we hadden al een kat. Verdikkie. Ondertussen spaarde ik alles van de 101 Dalmatiërs. Ik had een 101 Dalmatiërs pet, tas, emmer, etc. etc. Maar nog geen echte dalmatiër. Totdat mijn vader een dalmatiër knuffel tegenkwam in een wegrestaurant in Duitsland.

Emmer

Dalmatiër emmer!

Pet

Dalmatiër pet!

Ik was nog nooit zo gelukkig. Eindelijk had ik mijn dalmatiër. En natuurlijk noemde ik hem: Pongo.

Pongo werd mijn beste maatje. Waar ik ging, ging Pongo. Hij ging mee op vakantie, hij ging mee buiten spelen en elke avond sliep ik met hem in bed. Langzaam kreeg hij steeds meer kale plekken en werd hij steeds valer. Maar dat maakte niet uit. Want hij was Pongo. En Pongo was perfect.

Natuurlijk bracht ik Pongo ook mee naar Disneyland Parijs. Hier ging ik om de zoveel jaar met mijn ouders naartoe en ik had daar altijd de tijd van mijn leven. Niks is zo magisch als Disneyland wanneer je klein bent. We sliepen altijd in het Disney hotel, zodat we dicht bij het park waren en konden ontbijten met Disney figuren. Disneyland is een plek waar ik hele goede herinneringen aan heb. Op ééntje na dan.

Ponogpolaroid

De dag was aangebroken dat we Disney weer gingen verlaten. Mijn moeder was druk aan het inpakken, mijn vader probeerde uit bed te komen en ik probeerde Pongo in mijn rugzakje te proppen. Natuurlijk paste dit niet meer en ik wou niet dat Pongo oncomfortabel moest reizen en dus besloot ik hem maar weer in mijn armen mee te nemen. En dat kon prima, want ik liet Pongo nooit ergens slingeren. Pongo zat altijd aan mij vastgeplakt.

Buiten was mijn vader een poging aan het doen om de koffers in de kofferbak te proppen. Ik zat te wachten op een bankje, samen met mijn beste vriend. Op een gegeven moment kwamen er twee Disney figuren aan om ons uit te zwaaien, de mannetjes van Alice in Wonderland: Tweedledum en Tweedeledee. Je kent ze wel, die twee gekke dikke mannetjes. Eén mannetje toonde extreem veel interesse in mijn gestipte vriend. Vol argwaan keek ik hem aan, want serieus. Wie vertrouwt er een mannetje met zo’n vreemde outfit?

Tweedledee-Tweedledum-alice-in-wonderland-25961669-800-400

En toen ging het mis. Tweedeledum (denk ik, hoe hou je die twee uit elkaar?) besloot dat het leuk was om Pongo te pakken. En ik liet Pongo natuurlijk niet los. Ik zat immers aan hem vastgeplakt.

Maar Tweedeledum gaf niet op en gaf een gigantische ruk aan Pongo’s hoofd. Voor mijn ogen zag ik Pongo’s hoofd loskomen van zijn lichaam. Overal vlogen stukjes van Pongo’s vulling. En ik zat er middenin. Pongo was onthoofd. IS was er niks bij.

Natuurlijk zette ik het per direct op een schreeuwen waardoor mijn ouders in een rotvaart op me af kwamen gerend. Tweedeledum stond daar maar met Pongo’s hoofd in zijn hand en toonde natuurlijk geen expressie, door dat achterlijke pak. Hij bewoog maar een beetje nerveus heen en weer. Wanhopig probeerde hij Pongo’s hoofd op zijn romp te zetten, maar dat ging natuurlijk niet. Zijn hoofd kreeg geen houvast meer. Het kwaad was al geschiet.

Ik verkeerde inmiddels in een staat van shock. Met grote ogen keek ik naar Pongo’s onthoofde lijf. Mijn moeder vloog naar de receptie voor duct tape. Met veel geweld werd geprobeerd het hoofd te bevestigen aan het lichaam. Maar natuurlijk kreeg het tape niet genoeg grip en Pongo’s hoofd bleef maar vreemd alle kanten opduikelen. Met het doekje wat ik altijd meesleepte werd Pongo’s hoofd uiteindelijk op zijn lichaam gezet.

Heel voorzichtig knuffelde ik hem de hele weg van Parijs naar huis. Want als ik niet voorzichtig was, viel zijn hoofd er weer af en rolde Pongo’s hoofd door de auto, onder de stoelen door. Mijn ouders zijn tig keer gestopt om Pongo’s hoofd weer te bevestigen en mijn vele tranen weg te vegen. Man, man, man wat heb ik gejankt.

Eenmaal thuis zat oma op mij te wachten voor de spoedoperatie. Oma was door mijn ouders in paniek gebeld, want oma was mijn knuffelchirurg. Met veel precisie werd Pongo’s hoofd weer aan zijn lichaam genaaid. Een waar wonder geschiedde. Pongo was weer heel. En oma was de beste oma ooit.

Pongohechtingen

Pongo en ik praten niet graag over deze dag. Nog steeds kun je zijn hechtingen zien zitten. Mijn ouders kwamen ooit een exacte kopie van Pongo tegen in Oostenrijk. Vol enthousiasme werd de nieuwe Pongo aan mij getoond, maar het is hem nooit geworden. Pongo is onvervangbaar. En die nieuwe Pongo was maar een rare snuiter.

Yes, Pongo is nog steeds bij me. Hij gaat niet meer overal mee naartoe en ik kan nu prima zonder hem, maar ik doe hem nooit weg. Zo’n hond als Pongo moet je eren. Al is ie onthoofd, hij is nooit bij me weg gegaan. En zulke loyaliteit is erg zeldzaam.

Heel veel liefs,

Elfi(Selfie)

4 thoughts on “Storytime 9: Pongo’s Disneytrauma

  1. Wat een leuk verhaal! Ik hoop alleen dat als er ooit een echte Pongo komt dat hij dan kleine Pongo nooit te pakken gaat krijgen, want waarschijnlijk delft een van de twee dan het onderspit.
    Mogelijk zelfs de echte, want kleine pongo is beresterk!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *