De angst die geen wc-papier heet

Ik ben dol op toiletteren. Als je niet oplet, zit ik zo een halfuurtje rustig voor me uit te staren op je wc. Nou ja, op mijn telefoon te kijken, elke pagina van je scheurkalender te lezen en vooral niet te doen waarvoor het kleinste kamertje is bedoeld. Ik zie het wc-bezoek als een rustmoment van de dag. Even helemaal alleen, op de plee.

Zo was ik een week geleden met mijn vader in het hart van de Ikea, Abba en het Songfestival: Stöckhölm. Inclusief de ö’s (spreek uit als: euhhh), want zodra je voet op Zweedse grond zet, ben je verplicht om de hele dag te praten als de Swedisch Chef van de Muppets. ‘Öh de öh, dö de dö.’

Na een avondwandeling door het oude centrum, besloten we nog even een kopje thee te gaan drinken in een koffietentje vlakbij ons hotel. Of nou ja, pap moest eigenlijk heel nodig naar het toilet en voor de vorm, gingen we ook even thee drinken en koekjes eten. Best wel een strak plan.

Een paar flauwe grappen over de Zweedse taal verder, besloot ik het kleinste kamertje ook maar op te zoeken. Van thee moet ik namelijk meteen gigantisch plassen en ook deze dag, schoot het direct richting mijn blaas.

Ik nam rustig plaats, pakte mijn smartphone erbij en begon aan mijn gebruikelijke rondje langs de sociale media. Wel sloeg ik Instagram en Snapchat over. Ik was immers in Stockholm voor Stockholm en niet om uren op de wc te zitten.

Mijn hand stak uit en toen realiseerde ik me, dat ik een cruciale beginnersfout was begaan.

Er was geen wcpapier.

Normaal gesproken is er nu geen paniek. Ik heb namelijk als vrouw, altijd een survivalkit aan spullen in mijn handtas. Spiegel, nagelvijl, levensvoorraad aan water en koekjes: mij overkomt helemaal niks. Beetje jammer dat mijn handtas, nog netjes onder de tafel stond.

Dit is het moment waarop ik eens inventief om me heen ging kijken. Hangen er misschien doekjes om je handen mee te drogen? Is er ergens een verstopte rol? Niemand die een zakje tissues heeft neergelegd?

Nope. Op een verloren papiertje op de grond na, waren er geen opties. En aangezien ik niet van plan was om een soa op te lopen van een gebruikt wc-papiertje, besloot ik die optie aan me voorbij te laten gaan. Maar wat nu? Gewoon mijn broek ophijsen vond ik ook een beetje een kleffe gedachte.

Volgens de mannen in mijn leven zou je kunnen afschudden. Dat schijnen mannen om de haverklap te doen. Nu is het natuurlijk wel zo, dat het mannelijk geslacht ook een wat handiger mechanisme heeft om mee te kunnen schudden, dan de vrouw. Na wat gewiebel en gehups, merkte ik helaas nog steeds weinig verschil.

De situatie werd steeds benarder. Ik bedacht me wat je kunt doen als je in nood bent. Het alarmnummer bellen was misschien een beetje drastisch. Schreeuwen om hulp ook. Daarnaast was mijn Swedish Chef impressie, niet genoeg om mezelf verstaanbaar te maken, of om niemand te beledigen. Ik wist vrij zeker dat ‘Help!’ geen ‘Hölp!’ zou zijn in het Zweeds.

En toen begon het lampje te branden. In tijden van nood, bel je je vader. En mocht die nou verderop zitten met een pakje tissues in mijn tas.

De kiestoon leek uren te duren, maar daar was ie dan:

‘Hallo?’

‘Ja hai, pap. Ik zit dus op de wc. Nou ja, dat weet je denk ik wel. Maar ik zit in een benarde positie.’

‘Oh?’

‘Ik heb geen wc-papier. Maar ik heb wel al met volle overtuiging mijn blaas geleegd.’

‘Oh.’

‘Wil je de details?’

‘Nee.’

‘Wil je heel misschien hierheen komen met mijn tas?’

En jawel. Er klonk een zacht klopje en ik deed de deur op een kiertje. Daar stond ie. De held. Mijn wc bezoek werd in alle frisheid afgerond en ik zweerde plechtig om nooit meer zonder handtas naar de wc te gaan.

Wat leren we hier van?

Altijd je vader bellen, in tijden van nood.

Heel veel liefs,

Elfi(Selfie)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *